Raakvlakken tussen kunst en filosofie

Rond de vorige eeuwwisseling vond er een omwenteling plaats in het wijsgerige en wetenschappelijke denken. Ook kunstenaars lieten zich niet onbetuigd; zij maakten de grote veranderingen zichtbaar. Zo publiceerde Marinetti begin 1909 op de voorpagina van Le Figaro zijn oprichtingsmanifest van het futurisme: vanaf nu zou de wereld er anders uit gaan zien. Twee jaar daarvoor rekenden de kubisten af met een vierhonderd jaar oude traditie van Renaissance-perspectief. In hun ruimtebeleving kon een veelheid van standpunten tegelijk worden ingenomen. Nog radicaler waren de abstracte kunstenaars. Hun werken gunnen ons een blik op ‘die gegenstandslose Welt’ (Malevich), een objectloze dimensie dus. Zoals onze landgenoot Piet Mondriaan het stelde: de taak van de kunst is te komen tot een ‘ware kijk op de realiteit’. In zoverre zij een visie op de wereld vertolkten en daaraan ook in hun geschriften uitdrukking gaven, waren de kunstenaars van de avant-garde ook filosofen.