Waar het denken ophoudt, begint de kunst

Een module over de raakvlakken tussen beeldende kunst en filosofie

Deze module gaat over de wisselwerking tussen (beeldende) kunst en filosofie. Waar het denken ophoudt begint de kunst. En vanaf de 20ste eeuw is het denken, de reflectie, in de kunst onmisbaar geworden.

Tijdens de eerste bijeenkomst gaat Sanne van Tongeren (The Florence Academy of Art) in op het proces van modelboetseren, met bijzondere aandacht voor de ‘training van het oog’, het leren kijken. We leven in een wereld vol visuele prikkels, maar ons observatievermogen lijkt te zijn afgevlakt, terwijl we allemaal de vaardigheid van het kijken bezitten. Met eenvoudige observatie-oefeningen ondervind je als deelnemer zelf waartoe ons oog in staat is. Daarop volgt een verdieping over de betekenis van tijd voor de beeldhouwkunst. De beeldhouwer vangt niet één moment, maar observeert de tijd. En als een beeld gebaseerd is op een momentopname (een foto of een afgietsel), dan ontbreekt het werkelijke leven.

Tijdens de tweede bijeenkomst verbindt Benoit Hermans (een Nederlands kunstenaar die zich op het snijvlak van de kunst en de filosofie begeeft) de filosofie van onder anderen Merleau-Ponty met Hermans’ eigen artistieke werk. Hoe verandert kleur als je ergens een foto van neemt? Echte kleur heeft immers altijd een materiële component. Zij is altijd de kleur van iets. En als je de samenstelling daarvan verandert door ergens een foto van te nemen, verandert dus ook de kleur. Maar wat gebeurt er nou precies? Aan de hand van de theorieën van Newton, Goethe en Merleau-Ponty gaat Hermans op zijn beurt in op een aantal facetten van dit probleem.

In de derde bijeenkomst gaat Jan Bor in op de komst van de reflectie binnen de beeldende kunst als 20e eeuwse inventie. Een groot voorbeeld daarvan is Mondriaan; vanaf het moment dat hij non-figuratief ging werken zette hij zijn gedachten daarover op papier (zie Jan Bor, Mondriaan filosoof, 2015).

Ook Malevich is een voorbeeld van de reflectie binnen de beeldende kunst: ook hij heeft veel geschreven en op een gegeven moment zelfs zijn kwast ingeruild voor de pen. Sjeng Scheijen, die een pracht biografie over Diaghilev geschreven heeft en binnenkort een boek over de Russische avant-garde presenteert, zal de vierde bijeenkomst over het denken van Malevich vormgeven.

Tijdens de vijfde bijeenkomst gaan we van de beeldende kunst over naar de dans. Nico de Vos schreef een mooi proefschrift over Lichamelijke verbondenheid in beweging. Nico komt zelf uit de dans, is filosoof geworden en betrekt in zijn studie de grote choreografen van Nederland. Hij neemt ons mee in een boeiend verhaal, dat een aantal aannames van de moderne filosofie op losse schroeven zet.

Moderatoren: Hanke Drop en Jan Bor